Begrijp de vraag en laat dit zien
Wat wordt er er gevraagd.
Wat is het probleem.
Wat moet wat nu niet kan.
Voor wie heeft dit waarde.
Wie wil ets veranderen.
Wat is de aanleiding.
Zoek documentatie.
Leg het vast.
Vind verbanden.
Wat is het doel
Zoek het doel.
Vertel dit in een paar zinnen.
Vertel wie dit wil.
Zoek de aanleiding voor het doel.
Vertel waarom het doel bereikt moet worden.
Vertel de omstandigheden om dit te doen.
Zoek de verbanden.
Vertel waar de informatie is gevonden.
Vertel alles in korte zinnen.
Hoe kun je dat aantonen
Hoe zie je of je doel hebt bereikt.
Kun je het doel zien.
Kun je het doel vastpakken.
Leg dit vast.
Doe dit voordat je de oplosing bedenkt.
Doe dit voor alle doelen.
Vertel in korte zinnen.
Welke condities gelden
als de oplosing gereed is.
Gestructureerd starten bij vraag naar oplossing
- Wat moet worden bereikt.
- Wie wil dat.
- Wat is de aanleiding.
- Onder welke omstandigheden.
Zoek het doel
- Zoek werkwoorden en zelfstandige naamoorden die naar elkaar verwijzen.
- Zoek condities waaraan voldaan moet worden.
- De eindcondities noemen vaak zaken die gerealiseerd moeten worden.
Wanneer is het doel bereikt
Gestructureerd starten van een informatie analyse
Gestructureerd starten van een informatie analyse
Zorg dat de vraag duidelijk is
Uit het model een verhaal opstellen.
Het verhaal valideren.
Maak een analyse van de functionaliteit
Ook de functies valideren via een verhaal.
